Onze continentale oversteek gaat niet zonder slag of stoot. Waar we eerst nog op de proef gesteld werden door hoge bergketens en honderden kilometers middle of nowhere, is het nu de beurt aan een paar andere fenomenen.
We keken er nog zo naar uit toen we de Black Hills uit reden; de Great Plains van de Verenigde Staten. Eindeloze vlaktes, windje in de rug, zonnetje op ons bolletje… Wel, dat viel dus nog even vies tegen. De eindeloze vlaktes waren niet zo vlak en het windje in de rug bleek niet zo vaak in de rug te zijn.
We hebben van iedereen gehoord dat we er goed aan hebben gedaan om van west naar oost te fietsen, want dan hebben we op de Plains de wind in de rug. Het bleek dus niet zo te zijn; in de winter, lente en herfst is er wel overwegend een westenwind, behálve – jawel – in de zomer, want dan is het overwegend óóstenwind! Ongelooflijk! We hebben dus een paar dagen een flinke wind tegen gehad, wat niet goed was voor het animo. Met een laag verzetje (2 tandjes lager dan gebruikelijk, en het grote blad voorop kun je gewoon vergeten – ook bij heuveltje af) ploeterden we van tankstation naar tankstation om onszelf maar te verwennen met een ijskoude cola (gratis refills!) of een groot blik ijsthee (Arizona FTW!).
Desalniettemin, het waren harde dagen.
En dan kwam er een nieuw verschijnsel bij toen we Minnesota in reden; muggen. (Ik moet eerlijk zeggen dat ik die klotebeesten eerder had verwacht, maar hier kwamen ze dan ook met z’n miljoenen tegelijk.) Minnesota is de staat van de 10.000 meren, en daar horen nou eenmaal muggen bij. Vrachtwagenladingen vol. Zodra je afstapt hoor je al dat heerlijke gezoem in je oren en jeuken je hielen al. Tijd voor een lekkere laag Deet. Ook dat helpt maar ten dele, het is een begin. Ons hippe nieuwe tentje – zonder gaten – die we in een recordtijd kunnen opzetten is een goed toevluchtsoord (snel de rits open en gelijk weer dicht, anders zitten er ineens 500 muggen in de tent), maar het nadeel is dan weer dat je er met die warmte weer uitzweet. Overdag én ‘s nachts, want echt afkoelen doet het hier niet meer. Het is dus kiezen tussen twee kwaden. Echt heel plezierig is het dus allemaal niet. Gelukkig is er alcohol.
Het begint ook langzaamaan drukker te worden nu we steeds verder naar het oosten gaan. Omdat we weer tijd over hadden (Erik moet pas op de 24e het vliegtuig pakken vanuit Milwaukee) hebben we besloten een omweg te pakken via Minneapolis en de staten Minnesota en Wisconsin eens goed te gaan bekijken (ja, dat was nog vóór het muggentijdperk). De rurale weggetjes worden steeds drukker en steeds breder. De vluchtstroken, waar wij het toch vaak van moeten hebben, worden ook steeds slechter. Zo heb ik, ondanks twee nieuwe buitenbanden, drie lekke banden gehad binnen een half uur (!) en ik kan u vertellen; dat was vrij vermoeiend.
Toen we Minneapolis probeerden in te komen bleek er geen andere manier te zijn om de stad te bereiken dan via een tweebaanssnelweg ten oosten van de stad (volgens het programmaatje CoPilot) dus dat was al een dagtaak. Gelukkig zijn er ook bijna geen campings te vinden in de stad dus nadat we eerst compleet verkeerd waren gefietst (Google vond een camping waar geen camping bleek te zijn) konden we via een fietsbrug weer naar het zuiden (volgens CoPilot nu wél aanwezig) om aldaar een camping te betrekken, een goede 20 km buiten de stad. Zucht. Gelukkig is er alcohol.
Toen begon de hittegolf. Met temperaturen boven de 35 graden konden wij weinig anders dan hangen bij het zwembad. Laptoppen ging alleen goed als er een ventilator formaatje straalmotor op een paar meter afstand op volle toeren stond te loeien. En zelfs dan nog was het zweten geblazen.
Er zat nog wel een dagje pretpark tussen. Op twee mijl afstand (met slippers best een end) konden we genieten van achtbanen, vele waterattracties en nog meer achtbanen. En het mooie was; er waren bijna geen wachtrijen! Wij dus een miljoenmiljard keer in elke achtbaan / waterattractie, snel een megaduur broodje achterover slaan en weer door. Lekker dagje zo.
Verder hebben we bijna een week lang bijzonder weinig uitgevoerd op de camping in Shakopee. Omdat buiten de bloeddorstige muggen de dienst uitmaakten waren we genoodzaakt om hele dagen in de recreatieruimte te verblijven. Eén keer hebben we buiten gekookt, maar dat was geen succes (het eten wel, het maken was alleen pure hel). Gelukkig was er een McDonalds, een Pizza Hut en een Subway om de hoek.
We besloten na vier dagen niksen maar te gaan fietsen. Dwars door Minneapolis richting Wisconsin, met een verschroeiende 35 graden. Uiteindelijk hebben we toch nog 114 kilometer gefietst, maar daarna waren we ook echt kapot. De bevrijdende onweersbui – die het kwik ruim 10 graden liet zakken – kwam toen het tentje net stond. We hebben heerlijk geslapen, zonder ons bed uit te zweten deze keer.
Via Turtle Lake konden we doortrappen naar Prentice (nieuw record: 153,6 km!) maar nergens was een camping te bekennen en de winkels waren al dicht. Shit. Weer een beproeving. Er was een motel die kampeerders toeliet op hun veldje, zeiden ze bij het truckersrestaurant. Wij erheen en ja, we mochten er ons tentje neerzetten. Of nee, toch niet, zei het rondborstige meisje twee minuten later, toen ze het had nagevraagd bij haar manager. Shit. Terug naar het truckersrestaurant, misschien weten ze nog alternatieven. We waren welkom om op hun veldje te gaan staan, bleek al snel (volgens een nog veel rondborstiger meisje). Gratis.
Ons geluk lachte ons nu steeds meer toe; toen we ons tentje op aan het zetten waren kwam er een man op ons af (met natuurlijk de standaardvragen ‘How far are you riding?’, ‘Is it comfortable?’ en ‘How many miles do you do a day?’) die ons erg tof vond en ons avondeten aanbood op zijn kosten. Awesome! Wat wil je nog meer horen? Nou, toen we in het restaurant zaten begon een andere man vragen te stellen en hij bood ons aan op zijn kosten te drinken. Kijk. Mike en Patrick (resp. een treinmachinist en een filosoferende trucker) hebben dus een hele avond voor ons betaald! We hebben gegeten en gedronken en natuurlijk een hoop gelachen met deze fijne mensen. Wat een heerlijke afsluiting van onze beproevingen!
Vanaf nu zal alles makkelijker gaan; heuveltje af en windje mee richting New York. Alle vluchtstroken mooi egaal en dus geen lekke banden meer. Geen muggen of ander ongedierte wat ons het leven zuur probeert te maken, geen hittegolven meer… Het wordt heerlijk!
Groetjes,
Remko
Showcase – USA 2
6 responses to “Beproevingen (deel 3)”
Klasse Rem!! Lang leve de rondborstige dames!!
Dit zijn de echte beproevingen…al die muggen en die rondborstige dames ;-)
Mooi verhaal zoon, ik heb er weer van genoten. Trouwens, je spullen staan nu in ons huis.
Yo Remko, what’s up buddy? Still takin it easy? Living that laid back lifestyle? I hope your travels are going well, and you’ve experienced more of the same kind of generosity we did as we crossed the country. Keep on having fun buddy!
Jameson
Pracht verhaal weer!
Leuk stukkie weer, Rem.
Maar waar zijn de ronborstige foto’s to back it up??
“miljoenmiljard keer in elke achtbaan” Das best veul, he ;) Gelukkig is het megadure broodje in jullie maagjes blijven zitten!