Vijf dagen. 520 kilometer. Een tocht door zes provincies, in de tropische hitte van Hemelvaart 2017. Team Ligfiets heeft ‘t weer voor elkaar: een rondje Nederland die men nog lang zal heugen. Leest u snel verder!
We hebben besloten het klein te houden dit jaar. In plaats van een volle twee weken, is deze keer gekozen voor – in elk geval één – lang weekend fietsen. En dan ook meteen alles uit de kast te trekken, want in de vijf dagen die wij rond dit Hemelvaartsweekend konden meenemen, namen wij ons voor om dan ook maar elke dag te gaan fietsen. Het resultaat mag er zijn, want met een totaal van 520 km komen wij aardig in de buurt van onze eerste fietsvakantie naar Luxemburg (571 km), wat toen een volle twee weken was. Toch wel lekker.
Maar goed, begin bij het begin. We startten – zoals gebruikelijk – in Spijkenisse en zijn via de pont van Maassluis naar Hoek van Holland gereden. Het windje tegen werd gelukkig minder toen we afsloegen naar de Noordzeeroute, en met een lekker vaartje knalden we door Den Haag richting de badplaatsen Katwijk, Noordwijk en Zandvoort. Ruime, open duingebieden werden afgewisseld met schaduwrijke bossen, en met zo nu en dan een ijsje maakten we prima kilometers. Pas bij IJmuiden begonnen de maagjes toch wel erg te knorren, dus besloten we maar een snackbar op te zoeken. We kwamen uiteindelijk terecht in Velsen-Noord. Best een interessante buurt, moet ik zeggen. Ajacieden die luid ‘JODEN’ schreeuwend de snackbar binnenkwamen, een verwarde jongedame die een half uur deed over de beslissing of ze nu wel of geen patatje wilde… U begrijpt wel, dat wij ons prima vermaakten.
De camping in Beverwijk was overigens, na het verlies van Ajax, heerlijk rustig :)
De volgende dag begon de tocht naar het oosten. Vreemd genoeg was er weer een windje tegen; blijkbaar was de wind ‘s nachts de andere kant op gedraaid. Maar echt erg was het niet; het werd best warm, dus een frisse bries was zeer welkom. Hoe verder de dag vorderde, hoe vreemder de plaatsnamen ook werden. Obdam. Wognum. Nibbixwoud. Allemaal prachtige dorpjes hoor, begrijp ons niet verkeerd, maar kom op zeg! Rare jongens, die Westfriezen…
Goed, wij dus in Enkhuizen nog even op de koffie bij Astrid, een nicht van mij. Lekker op ‘t terras in de achtertuin. Bammetje erin, extra laagje zonnebrand erop, en daarna op naar de Uitdaging van de Dag: de 26 km lange Houtribdijk naar Lelystad. Gelukkig was de wind intussen naar het noorden gedraaid; dit leverde voor het grootste deel een heerlijke wind mee op, dus we vlogen eroverheen. Het uitzicht was overigens prachtig: je kon aan de overkant Stavoren en Urk zien liggen, en aan de andere kant zag je de skyline van Amsterdam (die 2 hoge gebouwen die ze hebben noem ik maar even een skyline; hebben ze toch nog iets daar).
We hoopten nog een vette snack mee te pikken op Checkpoint Charlie, dat op het midden van de dijk ligt, maar jammer genoeg was deze net gesloten. Goed. Nog een extra smeertje, even snel een laatste ontbijtkoekje erin, en op naar de laatste provincie waar Team Ligfiets nog geen bandensporen heeft liggen; Flevoland.
We werden in Lelystad getrakteerd op een typische jaren ’80-wijk, maar dan in stadsvorm. Niet het meest sexy, dat klopt, maar wel erg makkelijk en prettig fietsen. Snel avondeten en drank gehaald bij de Appie, benzineflesje gevuld en doorgereden naar de stadscamping. Die camping, die aan de oostkant van Lelystad ligt, was een ware verrassing. Van het een op het andere moment waanden we ons midden in de bossen. De vriendelijke dame van de receptie keek nog even bezorgd of er nog plek was voor ons, en gelukkig was er nog wel ergens een gaatje. Dat ‘gaatje’ bleek de understatement van de eeuw te zijn, want wij keken uit op ruim tweehonderd vierkante meter vrije ruimte. Helemaal prima, mevrouw, wij wurmen ons er wel tussen. En met een ruime 105 km op de teller trokken we na het opzetten van de tent trots en voldaan een welverdiend wijntje open.
De dag erna trokken we richting het noorden. Het eerste deel was wederom met wind tegen, dus echt hard ging het niet. Pas toen we afslagen richting Urk begon de vaart er goed in te zitten, dus voordat wij er erg in hadden vlogen we het bekende vissersdorp binnen. We hadden onze zinnen gezet op een lekker bakje kibbeling – daar schijnen ze ook goed in te zijn – dus we hebben dat hele dorp, alle zes de straten, afgezocht naar een goed tentje. Uiteindelijk hadden we wat leuks gevonden op de Oosthavenkade, en natuurlijk voor de spreekwoordelijke hoofdprijs een uiteindelijk toch niet zo heel lekker bordje kibbeling genuttigd.
De rest van de fietstocht bracht ons via de Noordoostpolder bij Kampen. ‘t Was lekker fietsen hoor, maar het was de Noordoostpolder, dus hier heb ik bijzonder weinig interessants over te melden. Kampen was leuk. Historisch centrum, mooie gebouwen, dat soort dingen. Leuk. Door naar Het Harde, waar we een prachtige boerderijcamping vonden. Snel ons tentje opgezet en ons daarna in het dorpje tegoed gedaan aan een heerlijke dikke pizza, met een ijsje toe. Je moet toch calorieën stapelen op zo’n fietsvakantie, nietwaar?
Op dag vier besloten we een omweg richting huis te pakken, want we gingen te snel. Het zal weer ‘s niet. Het zou die dag een tropische 30 graden worden, en we wilden dan zoveel mogelijk schaduw meepakken. Hoe kon dat beter dan de volledige Veluwe mee te pakken? Een typische win-winsituatie dus!
De route bracht ons langs prachtige schaduwrijke bossen en pittoresk verstopte dorpjes. Elke meter die we uit de schaduw vandaan kwamen, was ook meteen alsof we een oven in reden, dus we probeerden zoveel mogelijk in de buurt van de bossen te blijven. Er stond een redelijke zuidenwind – voor ons dus inderdaad weer wind tegen – die ons gelukkig wel de nodige verkoeling bracht. Verder was het zonnebrandcrème met de liters erop smeren en bidon na bidon wegtanken, maar dat waren we, na onze avonturen op de andere continenten, gelukkig wel een beetje gewend.
Bij Wageningen hielden de bossen op, maar wij hadden nog wel zin in een paar extra kilometertjes. De wind was nu grotendeels in onze rug, en de route was ook makkelijk, dus we snelden langs de Nederrijn en later langs de N225 richting Driebergen. Uiteindelijk sloegen we ons kamp op bij Odijk, en konden wij ook deze dag weer terugblikken op een zeer geslaagde fietsdag: 116 km. Wat dan ook weer met een flesje wijn werd gevierd.
De laatste rit was in principe gewoon uitfietsen; wij hadden het stuk tot aan Nieuwegein al eens de andere kant op gefietst (Berlijn 2014). Gek genoeg was de wind wederom gedraaid in ons nadeel, dus we konden weer met een heerlijk verfrissend tegenwindje richting Schoonhoven fietsen. Even bij neef Bas op de koffie, die ons voor de gelegenheid ook nog even wist te trakteren op een lunch-BBQ. Ik hoef u denk ik niet te vertellen hoe goed dit bij Team Ligfiets in de smaak viel.
Na een heerlijk maal konden we het laatste stuk richting Spijkenisse met frisse moed tegemoet zien. Langs de Lek en via het veer naar Ridderkerk stoomden we via Barendrecht naar de Rhoonse Grienden (waar wij onszelf nog eenmaal op een heerlijk ijsje trakteerden) naar Hoogvliet, waar ons één laatste obstakel wachtte. De Spijkenisserbrug stond open. Maar ook dat zijn wij intussen wel gewend.
Al met al was het weer een bijzonder geslaagde ligfietsvakantie. Kort maar krachtig. Niet zo groot als het Rondje Nederland uit 2011, maar zeker niet minder afwisselend en avontuurlijk. Het blijkt toch maar weer dat Nederland, met haar prima fietspaden en uitgebreide fietsroutenetwerk, onovertroffen is als het aankomt op fietsvakanties.