De dag erna konden we Duitsland in. Nu had ik hoge verwachtingen rond de bewegwijzeringskwaliteiten van onze Oosterburen, maar dat bleek voor fietsers vies tegen te vallen. Af en toe werd er een plaatsnaam aangegeven, maar verder bleef het beperkt tot bordjes met enkel een logootje van een fiets en een pijl erop. Je weet dus eigenlijk helemaal niet waar je heengaat. Al goed, ik ben daar dus een paar keer ingetrapt. De bestemming Keulen voor die dag hebben we dan ook niet gehaald, maar dat mocht de pret niet drukken. Er werd een flesje Cola en een flesje Jack bijgehaald om de avond kleur te geven.
De volgende dag (niet gaar!) konden we Keulen infietsen en ik was erg benieuwd naar de Dom, maar die bleek smerig en eigenlijk helemaal niet zo boeiend te zijn als gehoopt. Dus snel weer door. Ten zuiden van de stad vonden we een camping waar we een rustdagje zouden houden. Wegwerpbarbecuetje en whiskycolaatje erbij… helemaal leuk. We kwamen die avond nog een paar wildkamperende Portugezen tegen die onze Hollandse rookwaren hadden opgemerkt, dus het werd een gezellig avondje daar langs de Rijn.
Na de rustdag werd het tijd om deze Rijn eens te volgen. Lekker makkelijk; volg het riviertje. Hiermee werden ook een hoop kilometers gemaakt (124 op één dag bijvoorbeeld) en de uitzichten werden ook steeds mooier toen de landschappen begonnen te glooien. Jammer dat het fietsen over verharde wegen geen garantie meer was; steeds vaker hield de weg op en ging het over in landweggetjes en grindpaadjes, wat niet echt bevorderlijk was voor onze stemming. Als fietser heb je toch recht op asfalt? Geregeld hebben we dus maar de autoweg gepakt in plaats van de naastgelegen fietspaden omdat het een stuk prettiger fietsen was.
Na door Bonn en Koblenz te zijn gefietst kwamen we op een camping uit die vlak langs ‘t spoor lag. Zelfs voor een treinengek als ik was dit toch net iets teveel van het goede. Op 10 meter naast onze tent kwamen tot laat in de avond de (goederen-) treinen voorbijdenderen. Gelukkig was er nog whisky…
Ook leuk dat we een paar gasten uit Bonn tegenkwamen die voor ‘t eerst een fietsvakantie ondernamen. We keken met lede ogen toe hoe ze hun tentje opzetten en kenden enkel ongeloof toen ze hun plan vertelden om in 6 dagen naar het Bodenmeer te fietsen (!). En ze hadden na één dag reeds zadelpijn. Al goed, we wensten ze de volgende ochtend veel succes. Fijne gasten, maar een tikkeltje ambitieus…
We vertrokken weer richting het zuiden. Bij Oppenheim (na Mainz) konden we wildkamperen naast een camping, maar de douches bleken vergrendeld met een nummerslot. Leuk. En er waren ontelbaar veel naaktslakken. Ook leuk.
De dag erna reden we door pittoreske steden als Worms, Ludwigshafen en Speyer (wie kent ze niet?) om te eindigen bij een schattig campinkje aan een binnenmeertje. Er kon daar dus naar hartenlust gezwommen worden en dat werd dan ook gedaan. We bleven dus een dagje plakken.
Toen we de volgende dag boodschappen gingen doen – de whisky was op – kwamen we stomtoevallig een paar oude bekenden tegen; onze Duitse fietsvrienden! Die waren er gelukkig ook zelf achter gekomen dat bestemming Bodensee een tikkeltje te hoog gegrepen was en ze hadden besloten naar Stuttgart te fietsen. Dat was in een dag aan te fietsen, en vanaf daar konden ze de trein terug pakken. Superplan jongens! Nog een watermeloentje meegegeten voor de lokale supermarkt en ze veel succes gewenst, wij moesten naar de slijter.
Richting Zwisterland begon het gedonder.
We hadden tot dit moment aardig goed weer gehad, maar daar kwam verandering in. Donkere wolken pakten zich samen boven ons en dit bemoeilijkte onze ambities om onze extra tijd om te zetten in een rondje Zwitserland. Bij een klein plaatsje voor de Zwitserse grens stonden we bijna vast; de weersvoorspelling gaf niks anders dan regen op en dat zou zo blijven voor de rest van de week…
We hebben het er op een gegeven moment maar op gewaagd en zijn op de ligfietsjes gesprongen. Snel door Basel, afslaan naar het oosten en zo Zwitserland in. Gelukkig bleek dit een goede keus te zijn geweest; het weer klaarde meer en meer op (eindelijk wind mee!) en we konden onze volgende wildkampeerplek zelfs met een zonnetje begroeten! Dit was tevens de mooiste wildkampeerplek ooit! Langs de Rijn, naast een verlaten bunker (of iets anders van beton, we zijn er niet uit) compleet met stoelen, parasol, tafeltjes en zelfs een pakketje brandhout! Gelukkig hadden we nog een flesje whisky in de toptas zitten, dat maakte het avondje toch wel compleet.
Na deze wilde avond konden we met frisse moed Zwitserland gaan verkennen. Onze eindbestemming Zürich lag op één dag fietsen, maar omdat we nog 2 dagen overhadden besloten we naar Schaffhausen te fietsen, ook op zo’n 80 km afstand, maar dan noordelijker. Onderweg kwamen we nog langs een kerncentrale en aangezien je daar niet elke dag langsrijdt zijn we daar even op de koffie gegaan. Aardige mensen daar! Gratis cola, gratis informatie, allemaal leuke interactieve verhaaltjesvertelapparatuur… erg interessant allemaal! Erik heeft nog een paar folders meegekregen om te lezen en we konden weer een stuk wijzer op pad.
Bij Schaffhausen aangekomen zagen we de grootste waterval van Europa; de Rheinfall. Mensen hadden ons al hiervan verwittigd, maar hadden verteld dat ie 100 meter hoog was. Dat bleek een tikkeltje overdreven, maar het was nog altijd een spectaculair uitzicht. Vanaf daar zijn we zuidwaarts gegaan en de laatste 80 km naar Zürich beetgepakt. Toen kwamen de beproevingen.
We hebben Zürich bereikt, onwetende dat daar een openlucht dancefeest gaande was. Overvolle straten, nog een stuk verkeerd gefietst, daarna bij de linkeroever van het aangrenzende meer aangekomen terwijl we aan de andere kant moesten zijn (dus weer door ‘t centrum heen) en bij de camping aangekomen – het regende nog altijd – bleek deze mutjevol te staan met festivalgangers… Gelukkig konden we er nog bij. Snel ons tentje opgezet en naar de supermarkt. Deze bleek verder weg te zijn dan aanvankelijk gedacht dus deze was reeds gesloten voor wij daar aankwamen. Dus een pizzaatje gehaald en onder een verlaten parasolletje in de regen opgepeuzeld.
Die nacht erna hebben we natuurlijk zowat geen oog dichtgedaan vanwege al het terugkerende festivalpubliek en de aanhoudende wind en regen. We waren eigenlijk blij toen we de volgende dag onze zeiknatte spullen in de tassen konden doen en naar het station konden fietsen om weer lekker naar ons Nederland te vertrekken.
Toch vond ik vooral die laatste dag vol beproevingen een mooie afsluiter van ons avontuur, vooral omdat het Lot ons nog probeerde een laatste stok tussen de spaken de steken. Hiervoor draait Team Ligfiets zijn hand niet om. Wij hebben gezegevierd. Zo’n 1100 kilometer. Zwitserland op de knieën, de Rijn de baas. Wij hebben whiskies gedronken, jointjes gerookt en nog fietsen we al die andere vakantiefietsers zoek. Want zo zijn we.
Volgend jaar weer. Dan staat het Rondje Nederland op de agenda. Wie durft er mee?
2 responses to “Zürich”
Super!!! Die laatste dagen klinken echt als pure hel! maar de prestatie staat als een huis.
Jack Daniels is de beste!!
Nou, ik ga eerst even een rondje Nieuw-Zeeland doen.
(Door jullie reisverslag ken ik Australië nu wel. ;-) )
Als ik dat overleef, ga ik wel een rondje met jullie bikkels proberen.
Mijn fiets is in de maak, half oktober ga ik vliegen.