Parijs



Zo, er zit weer een nieuwe ligfietsvakantie op. Niet zo uitgebreid als de vorige, maar twee oude wensen gingen in vervulling; we zijn – met een omweggetje – naar Parijs gefietst.

Voor Erik was het een genot om vanaf hier naar Parijs te komen, voor ondergetekende was het grootste plezier wel om door noordelijk Normandië heen te fietsen. Kortom, een geslaagd idee.

Het begin was moeilijk. De avond voor ons vertrek uit Spijkenisse (we bleven bij onze ouders slapen, scheelt weer kilometers) gaf Roald zijn afscheidsfeestje in Doft, met bijkomende drankjes natuurlijk. Dus met een lichte kater (ik althans) reden we op ons dooie gemak langs Hellevoetsluis en zo de Deltawerken over naar Vlissingen. In het pittoreske Boerenhol (het bestaat) konden wij een boerderijcamping vinden en zo fris en uitgeslapen aan de volgende etappe beginnen; België.

Je merkt het meteen als je België in fietst. Ook al staan er geen douanebeambten of grenspalen, van de ene op de andere meter is het asfalt kut en je weet niet meer waar je heen moet want er staat niks aangegeven. Kaart erbij dus. We zijn niet zo gek om zonder kaart België in te gaan. Ik had ooit eens een oom die dat deed, nooit meer iets van vernomen.

Zo kwamen wij in Brugge (mooie stad!) en fietsten we langs Oostende naar Nieuwpoort voor de eerste rustdag (wij werkten volgens het twee-dagen-op-één-dag-af principe) die ZEER toevallig vlakbij een zwemparadijs lag (aan de Kinderlaan, zet je weer aan het denken). We zagen twee enorme waterglijbanen toen we langsreden, dus we hadden al hele Tikibad-achtige toestanden voorgesteld, maar bij aankomst de volgende dag bleek het zwembad niet veel soeps te zijn. Behalve natuurlijk de twee enorme waterglijbanen! Eén heette Zeus en was vreemd. Het was na de eerste bocht ineens pikdonker, oplichtende pijlen die de verkeerde kant op wezen (whahahaha) en landingsbaanlampjes zorgden voor een psychedelische trip naar beneden. Leuk, nou eens die ander (de Apollo) uitproberen. Amaai, deze glijbaan maakte geen grappen! Hoewel hij even hoog begon als de Zeus (6 verdiepingen hoog) was je in een kwart van de tijd beneden. En met zo’n 50 km/h door een waterglijbaan heenknallen vraagt natuurlijk om herhaling. Dus dat deden wij dan ook de rest van de dag. Leuk leuk leuk.

De volgende dag weer op pad. Frankrijk in via Knokke, langs het pretpark Plopsaland. Die Belgen ook hè, wie verzint er nou zo’n naam? We hadden nog altijd lamme benen van al dat getraploop in dat zwembad, maar dat deerde niet. Vol goede moed en hoop reden wij de hel in. Hierover later meer.

Na Duinkerken en Calais vonden we een camping bij Wissant. De receptie was dicht dus dat betekende later (lees: niet) betalen. Op het nabijgelegen strand ontdekten we wat de Duitsers allemaal hebben gerotzooid in de oorlog. Bunker na bunker, de een nog verzakter en vergaan dan de ander, stonden verdeeld over de linie. Mooi fotomateriaal, maar ook goed om uit de wind wat lekkers te roken.

De dag erna trokken we door Boulogne en Étaples, om ons rustdagje te vieren in Rue, een klein dorpje bij de monding van de Somme. Het tragische nieuws van het verscheiden van de King of Pop bereikte ons toen, dus we bleven een dag rouwen. OK, het regende ook onophoudelijk en ik had de avond ervoor weer eens een rummetje teveel op, dus er was sowieso niet al te veel gebeurd.

Na Dieppe hadden we weer een gratis camping – als je de Fransen op niveau inschat kom je heel ver – en na een dagje doortrappen kwamen we aan in Yport. Yport is een pittoresk dorpje gebouwd tussen twee hoge kliffen, wij hadden een camping die uitkeek over dit dorp dus dat leverde een waanzinnig panorama op. De eigenlijke rustdag vierden we 15 km verderop, in Étretat. Dit wat grotere plaatsje staat bekend om haar ‘tunnelkliffen’ dus dat betekende een hoop klauterwerk. Mensen die ons een beetje kennen weten dat wij nooit de makkelijke weg kiezen, dus dat kwam neer op gewaagde sprongen, inbreuk op meerdere meeuwenkolonieën en – natuurlijk – klifspringen. De aanwezigheid van Fransen bedierf het moment aanzienlijk, gelukkig was er nog een mooi gevormde jongedame die meedeed aan het springen. Je kunt het slechter treffen.

Tot zover de Normandische kust. Remko blij, dus op naar de hoofdstad van dit vervloekte land.

De hoogteverschillen, dus de klimmetjes, waren gelukkig minder pittig. We schoten snel op en in één dag waren we al bijna bij Rouen. Fietsende door Le Trait (een klein rotdorp) kwam een man naast ons rijden. ‘Do you guys look for a camping? Yes? Then come with me, I know a perfect spot!’ Nietvermoedend (en met snel opwarmende diepvriesspinazie in een tasje) volgden wij deze man. Deze man leidde ons naar een mooi plekje aan een meer (geen camping?), ontdeed zich van zijn kleding, en ging zwemmen. ‘You guys join me?’ Toen zijn we weggefietst. Gatverdamme.

Hier mag nog bij vermeld worden dat wij deze plek een half uur eerder hadden kunnen bereiken als wij de normale weg waren gevolgd. De oetlul!

Op de – wederom gratis – camping aan hetzelfde meer konden wij gelukkig nog genieten van onze spinazie met balletjes, zonder nare ideeën erbij.

Daarna konden we een hectische dag tegemoet zien; als voorproefje voor de grote stad gingen we dwars door Rouen heen fietsen. En ik moet zeggen; dat ging best goed! Mensen hielden genoeg ruimte en afstand zodat wij zonder schade de andere kant bereikten. Wel een nadeel was dat nu weer de pittige klimmetjes begonnen. En het was al zo warm: 30 graden als het meezat! We hebben deze dag flink wat afgezweet, dus we waren erg blij toen we in Vernon een camping konden gaan zoeken. Dus ik in mijn steenkolenfrans vragen naar de dichtstbijzijnde kampeerplaats bij een lokale kroeg. Ik kreeg natuurlijk een spraakwaterval van meerdere mensen over me heen zodat ik er al helemaal geen touw meer aan kon vastknopen, dus ik vroeg of ze het konden optekenen. De barvrouw legde het me nu uit alsof ik een kind van 6 was (ik spreek 3 talen, en Frans een beetje. Voor een Fransoos ben je dan blijkbaar zwakzinnig) terwijl een andere vrouw achter me maar bleef vragen of ik ook Italiaans sprak. Tieft toch op met je Italiaans! Je ziet toch dat ik bezig ben! En ja mevrouw de barvrouw, ik snapte het de eerste keer ook wel! Straat uit, rotonde langs, eerste stoplicht links en de bordjes volgen. Geef nou maar dat vervloekte papiertje, dan ben ik weg.

Er was geen rotonde aan het eind van de straat maar een kruising, wij moesten niet het eerste maar het tweede stoplicht linksaf, en die vervloekte bordjes brachten ons een slordige 5 km na een ZEER steile helling op een afgelegen camping. Fransen, wat kunnen ze falen…

Al goed, na een verdiende dag rust was het tijd voor de laatste rit. Op naar Parijs.

Ik moet zeggen, het ging stukken makkelijker dan verwacht. Overzichtelijk, goed aangegeven en brede wegen – zelfs fietspaden! Dit verwacht je niet na honderden kilometers constant checken op de kaart, slecht aangegeven routes en rijden langs nationale wegen zonder vluchtstrook. Fransen vinden het ook leuk om de weg pas aan te geven ná de afslag. Sukkels.

Via St Germain en La Défence reden we de stad binnen. Na het ererondje rond de Arc de Triomphe zijn we naar de camping gefietst waar Erik samen met Rogier al eens geweest was.  Jammer genoeg niet gratis, maar wel een degelijke camping. Ook een uitzondering. De laatste twee dagen hebben we gespendeerd in de binnenstad, maar vanwege belachelijk lange rijen (en het feit dat we alles eigenlijk al gezien hadden) zijn we nergens in geweest. De Eiffeltoren ziet er vanaf het naastgelegen grasveldje ook mooi uit.

Op naar Gare du Nord voor het reserveren van het treinkaartje naar huis. En je raadt het al; dit ging weer gepaard met trammelant. Eerst anderhalf uur in de rij gestaan, daarna kwamen wij erachter dat het gansje achter de balie “International Tickets” geen fatsoenlijke taal (dus enkel Frans) sprak en het onmogelijk achtte om met de fiets in de trein naar Nederland te komen. Alleen TGV’s gingen die richting op en daar mochten geen fietsen in. Dat weten wij ook wel, debiel kind! Doe nou maar gewoon je werk en boek tickets op normale treinen. Aldus moesten wij via Lille en Brussel reizen, maar dat wisten we al. Doos.

Het wordt nog mooier. Eenmaal aangekomen in Lille kwamen wij erachter dat dit wicht ons tóch een TGV-reis heeft aangesmeerd naar Brussel. Ze kunnen echt niks, die Fransen. Wij het ticket om laten boeken door via Lille Flandres (jaja, Lille heeft twee centrale stations) een normale trein naar Brussel te pakken. Bleek die trein naar Antwerpen te gaan. Overstappen in Gent (ook niet gemeld door de overboekende dame in station Lille Europe) konden we niet meer opbrengen en de – Nederlandstalige! – conducteur kon dit begrijpen; we konden blijven zitten. Vanaf toen liep het weer op rolletjes en kwamen we zondagavond laat aan in Rotterdam.

Zo. Dat was een zo kort mogelijke samenvatting van ons avontuur. De meer oplettende lezer heeft ons misnoegen omtrent de mindere mensen die zich Fransen noemen al mogen proeven, maar ik wil het even heel duidelijk stellen; wat een stelletje onbeholpen, arrogante, smerige klotemensen zijn de Fransen. Frankrijk is een mooi land, jammer dat de Fransen er wonen. Het is een cliché, maar het is waar. Deze vakantie is hier het zoveelste bewijs van.

Al met al een erg leuke vakantie hoor.

Remko en Erik

Route Download de volledige route van 741km.


11 responses to “Parijs”

  1. Ik kocht ooit een boekje getiteld ‘nooit meer Frankrijk’. Het zou moeten gaan over waarom de schrijvers van het boek niet meer in Frankrijk willen komen. Wat ik las waren verhalen van mensen die door hun eigen falen in geen enkel land zouden kunnen aarden. Jullie verhaal laat tenminste in duidelijke taal (misschien geen literatuur, maar toch) wat er mis is met de zuiderburen van onze zuiderburen. Geinig!

  2. Mooi verhaal en leuk om te lezen.
    Toch 1 opmerking, via Knokke Frankrijk inrijden lijkt mij een onmogelijke taak te zijn, wetende dat Knokke naast Cadzand ligt… Volgens mij moet dit de Panne zijn…
    Geen wonder dat jullie in ons Belgenland verloren rijden ;-))

    Erik

  3. @ Erik;
    Ja joh Knokke, Oostende, de Panne, allemaal hetzelfde voor ons ;)
    Doch je hebt zeker een nominatie voor Oplettende Lezer van de Maand verdiend!

  4. En die Fransen en Belgen natuurlijk terecht klagen dat er weer zo’n setje asociale Nederlanders langs zijn geweest die te beroerd waren om te betalen.

    Ach, ieder land heeft zijn nadeel :-)

  5. wat een stelletje onbeholpen, arrogante, smerige klotemensen zijn de Fransen

    Nou,nou dat vinden wij ook van jullie!!!!!

  6. Nederland daarentegen !

    Goede fietspaden, fijne wegwijzers en als je in het juiste seizoen gaat zitten alle luidruchtige arrogante nederlanders met hun sleurhut in la douce France (met de fiets kan dus ook, blijkt uit het bovenstaande)

    Ach ja, Frankrijk, misschien moet je nen halve Flandrien zijn om er echt van te kunnen genieten.

    Misschien eens in Nederland zelf op vakantie gaan … zijn goede fietspaden, fijne wegwijzers en als je in het juiste seizoen gaat zitten alle luidruchtige arrogante landgenoten met hun sleurhut in la douce France (met de fiets kan dus ook, blijkt uit het bovenstaande)

    (en dan te bedenken dat ze ons aanboden om bij Nederland te komen mocht België uiteenvallen : 1000x liever bij Frankrijk)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *